Professioneel veldcoachen
Tijdens mijn bezoeken aan de Verenigde Staten ben ik geconfronteerd met de populariteit van American football en baseball. In tegenstelling tot bijvoorbeeld basketbal en ijshockey zijn beide sporten erg saai om naar te kijken, omdat er binnen een half uur eigenlijk niet of nauwelijks activiteit is. Er zijn slechts kortdurende acties en vervolgens worden de lange tussenpozen gevuld met reclames of bezoekjes aan de hamburgerstand. Een football wedstrijd op middelhoog niveau heb ik deze zomer in het derde kwart uit verveling verlaten, terwijl het op de tribune door een lekker zomerzonnetje eigenlijk nog wel te doen was. Het ‘spektakel’ rondom de wedstrijd begon al aardig in herhalingen te vallen en de aanvalsvormen op het veld hadden een gemiddelde duur van nog geen 20 seconden, waarna de beide teams vervolgens minuten nodig hadden om weer in stelling te komen. Voor de buis een baseball wedstrijd bekijken, is zelfs met een volle koelkast niet te doen.
Degene die bij deze sporten tijdens wedstrijden heel prominent aanwezig is daarentegen, is de coach. Of beter: de groep aan coaches. Als publiek krijg je een veel beter beeld hoe professionele trainers hun ploeg technisch en tactisch van aanwijzingen voorzien en in de loop van de wedstrijd zeer actief trachten het tij te keren dan wel de goede flow vast te houden. “In de wedstrijd” zijn dergelijke leiders heel actief bezig om individuele spelers te motiveren, tactische manoeuvres te introduceren rondom specifieke spelmomenten en de spirit van het team te vergroten. Daarbij vergeleken staat de voetbalcoach toch wat verder weg van het wedstrijdverloop en het anticiperen op de spelsituaties die zich (on)verwacht voordoen. Het beperkt zich tot wat geloop rond de dug-out met slecht verstaanbare (en interpreteerbare!) aanwijzingen voor vaak individuele spelers én het motivatiepraatje, vaak verpakt in een theatrale donderspeech, in de rust.
Een goede voetbalcoach zal het resultaat van de ploeg veel meer juist in de evaluatie van de wedstrijd en in aanloop naar de volgende moeten bepalen. Het gespring langs de lijn zal veel minder impact hebben dan wat Amerikaanse coaches tijdens de wedstrijd kunnen bereiken. Veel coaches in het voetbal zijn in hun persconferenties na de wedstrijd eigenlijk al bezig zijn met het voorbereiden van de ploeg op de volgende confrontatie. Zij maken met (gemaakte) boosheid of vreugde een analyse maken en zijn vaak reeds al bezig met de volgende tegenstander.
Met plezier kijk ik regelmatig naar de analyse van coach Ron Jans als hij met het patent op een grote glimlach de wedstrijd van de Zwollenaren analyseert.
Met openlijke arbeidsvreugde weet de in de provincie succesvolle coach het resultaat vaak te nemen voor wat het op dat moment is en wordt ter inspiratie van het elftal voor de volgende krachtmeting, de toon al gezet. Een lachende Ron Jans maakt dat PEC de week erop al weer met groter vertrouwen het veld betreedt en geeft de ploeg het gevoel dat er eigenlijk al niet zoveel meer fout kan gaan. De komende tegenstander wordt vanaf het persconferentiemoment al geïmponeerd.
Dat is nog eens wat anders dan een verantwoordelijke trainer die duidelijk vermoeid en met angst in de ogen de confrontatie met de pers aangaat en nauwelijks vertrouwen uitstraalt om de ploeg in de voorbereidingsperiode op de rit te krijgen (Hiddink). Of degene die openlijk probeert het gebrek aan visie, daadkracht en zelfvertrouwen met nietszeggende commentaren te verhullen (vul de naam zelf maar in...). In het voetbal moet het tijdens de wedstrijd gelukkig niet van de grote invloed van de coach komen. Aanvoerder en dragende spelers dienen in deze sport de ploeg aan de hand te nemen. Daarom is het kiezen van een aanvoerder in het voetbal van zeer wezenlijk belang. En heeft onze FC dan wel de goede keuze gemaakt?
Aan Maikel Kieftenbelt om de gemaakte keuze nu eindelijk eens te rechtvaardigen. Geef Ron Jans een goede reden om snel met de persconferentie en dus de volgende wedstrijd te willen beginnen.