Terug

Deel deze pagina:

Column: wintertransfers

Door Sigrid Elsinga 0 reacties

Er is een hoop discussie bij mijn cluppie over de aangetrokken spelers tijdens de wintertransferperiode. Wat mij opvalt, is de hoon en negativiteit. Paniek, Heracles-enclave, FaceTime-speler, VHS-speler, enzovoort is wat ik lees en hoor. En eigenwijs als ik ben, wil ik daar enige nuance in brengen. 

Het begon ergens in november, Hans Nijland kondigde zijn vertrek aan. Niet lang daarna volgde Ron Jans eveneens. Bij Nijland was ik nog enigszins verrast, ten slotte is hij verweven met de club. Het vertrek van Jans vond ik minder schokkend. Bij zijn aanstelling had ik een neutrale houding, ik wilde hem de kans geven. Ik heb het niet zo op met terug grijpen naar het verleden, meestal komt daar niet veel goeds van. Helaas heb ik gelijk gekregen, de functie van Technisch Manager ligt hem niet. 

Dat neemt niet weg dat de selectie versterkt moest worden in de winterstop. Onze piepjonge selectie kon het niet bolwerken. Dat is geen verwijt, simpelweg een constatering. Maar liefst 6 spelers mogen we begroeten. Ik kan me niet heugen dat er zoveel tegelijk zijn aangetrokken.  Zo’n wintertransfertijd heb ik altijd gemengde gevoelens bij. Of je beste spelers worden onder je kont weggekocht, of je krijgt spelers die bij hun huidige club op een zijspoor zijn beland, of speelminuten moeten maken. Is dat laatste erg? Dat hoeft niet. Over het algemeen krijg je super gemotiveerde spelers die wat willen laten zien. Het kan liggen aan het systeem waarin gespeeld werd, of een concurrent die net iets beter is, of een trainer die het niet in je ziet zitten. 

Zijn het dan per definitie “afdankertjes”? Nee, een voetbalcarrière hangt van zoveel factoren af. Kijk eens terug naar het recente verleden; Zeefuik. Menig wenkbrauw werd gefronst; een Ajacied, en een broertje van een andere Zeefuik, die bekant met pek en veren de stad uitgejaagd is. Maar deze Zeefuik kwam, zag en overwon. Nu is hij niet meer weg te denken op het veld. Dat kan nu opnieuw gebeuren. Garanties heb je nooit, maar als er 2, of misschien wel 3 doorbreken, mag je je handen gewoon stijf dicht knijpen. 

Wel ben ik heel benieuwd hoe dit allemaal ingepast wordt. Maar dat laat ik fijn aan de technische staf over, ten slotte hebben zij er voor geleerd. Hoe het uitpakt, weet ik ook niet. Wat ik wel weet, is dat ik deze nieuwe spelers een kans wil geven om te laten zien wat ze kunnen. En misschien staan we over een paar maanden juichend op de Grote Markt. Ik ben me er van bewust dat ik als zo vaak een afwijkende kijk op de zaak heb. Maar ik loop lang genoeg mee om te weten dat alles ineens op zijn plek kan vallen. En dat maakt het voetbal zo leuk. 

Noot van de redactie: mocht je willen reageren op deze column, stuur een e-mail naar info@boerenmacht.nl, wij zullen deze doorzetten naar de schrijfster.

Reacties:
Reacties zijn uitgeschakeld