Het snot voor de ogen
Je stapt op het veld, met een foeilelijk oranje shirt en groene broek. “bloud in de oog’n en de bek op’t stuur”, zegt moeke vanaf de zijkant van het veld. De blonde haren van mijn potkapsel vliegen voor de ogen, grassprieten in het haar, klodders met modder in de onderbroek. Het was net doping voor mij als 8-jarig jongentje spelend bij S.V.O. te Onderdendam. Doping omdat er vertrouwen werd uitgesproken door een autoritair figuur in de naam van mijn moeder.
Wellicht werkt dit niet meer vanaf een jaar of 21, het autoritaire van een trainer met een mooie inspirerende tekst als ‘het snot voor de ogen werken’ komt niet meer binnenzetten. Druk met de eigen toekomst bezig. Speel ik? Wordt ik geslachtofferd als ik een eigen mening uitspreek? Komt die contractverlenging eraan? Een ieder voor zich in een teamsport.
De toekomst. Dit is een term waar het bij de FC allemaal omdraait. Een mooie tussenstap naar een hogere ploeg en/of competitie. Dit is een term waar het de spelers voornamelijk om gaat. Er moet aan een bijna geheel nieuw team gewerkt gaan worden. Het vertrek van drie spelers is al aangekondigd, van twee anderen is het nog onzeker. Ondertussen heeft geen enkele spelers zich ontwikkeld en heeft de FC een jaar verloren. Geen speler komt in aanmerking voor een transfer (transfervrij daargelaten).
We zullen zien wat de directie deze zomer allemaal gaat uitspoken. Successen uit het verleden bieden geen garanties voor de toekomst. Nog zo’n heerlijk cliché. Laten we ons dus alvast hier druk om gaan maken. Want het snot komt er niet meer, eerder tranen. Nog zes wedstrijden te gaan en nul vertrouwen.
Misschien moet ik mijn moeder toch maar even langs de zijlijn zetten.