Texeira haalt uit naar technisch beleid bij FC Groningen
De onlangs vertrokken Uruguayaan David Texeira heeft voor zijn vertrek naar Dallas een interview gegeven aan Groot Groningen. Hierin laat hij zijn licht schijnen over met name het technische beleid en de gedachte hierachter bij zijn voormalige club FC Groningen.
David Texeira vindt vooropgesteld FC Groningen, en met name de supporters, fantastisch. “FC Groningen heeft een geweldige aanhang en die heeft mij ook altijd gesteund. Maar de technische leiding en afdeling communicatie, heb ik helemaal niets mee. Er was altijd wel wat te mopperen en je mag eigenlijk alleen maar zeggen dat je blij en tevreden bent. Zit je op de bank, dan mag je geen interviews geven, bang als ze zijn dat je iets vervelend gaat zeggen. Bij FC Groningen geldt geen vrijheid van meningsuiting wat dat betreft.”
De aanvaller, die ruim 2,5 jaar in dienst was bij de Trots van het Noorden, is gehaald als een spits die in een twee-spitsensysteem speelde bij zijn voormalige club Defensor. Er werd hem voorgehouden dat er ook zo bij FC Groningen gespeeld zou worden, in werkelijkheid bleek dit anders (het veredelde 4-3-3 systeem). Op het moment dat hij bij de selectie aansloot, werd er van hem verwacht dat hij alles zou afleren. Hij moest nieuwe dingen leren, bijvoorbeeld in een drie-spitsensysteem spelen. David Texeira snapt niet dat er een speler gehaald wordt, waarvan de sterke punten niet benut worden, maar deze moeten juist worden afgeleerd. “Mijn zelfvertrouwen kreeg daardoor een enorme knauw, ik werd onzeker. Ik dacht soms dat ik het voetballen verleerd was. Daardoor liep ik ook tegen blessures aan. Ik had graag in een twee-spitsensysteem willen spelen hier. Dan hadden mensen mij ook af mogen rekenen op mijn prestaties. Weet je, het maakt me best verdrietig allemaal, want ik vind FC Groningen eigenlijk gewoon een geweldige club.”
Verder kraakt David Texeira het systeem af waarin de selectie speelde. “Het systeem wordt heilig verklaard. Er wordt niet gekeken naar de kracht van de spelers. Dat lijkt mij de omgekeerde wereld.” Texeira noemt als voorbeeld Hyung-Jun Suk. Deze kwam over van Ajax (dat in een drie-spitsensysteem speelde en Suk daarvoor niet goed genoeg achtte) en werd als rechterspits geposteerd bij FC Groningen. Zelf vond Suk dat hij beter rendeerde in een twee-spitsensysteem. Beide aanvallers zijn afgerekend op hun presteren op een positie waar ze niet uit de voeten kunnen, aldus Texeira. Verder geeft hij aan dat onder Robert Maaskant er wedstrijden werden gewonnen toen er met een 4-4-2 opstelling werd gespeeld, waar de voormalig trainer van FC Groningen na de wedstrijd meteen uithaalde naar de speelwijze. Hij noemde het zelfmoord om in die opstelling te spelen. Dat vindt Texeira maar een rare analyse: “Je wint, maar kunt niet zo spelen. En zo zijn er wel veel meer spelers die gewend zijn om op een bepaalde positie te spelen, maar hier anders gebruikt worden en mislukken”. Hier doelt Texeira op onder anderen Michael de Leeuw. De topscorer van vorig seizoen, die op ‘10’ geposteerd stond, is zijn positie kwijt. Die bestaat niet meer. Dit terwijl Tjaronn Chery en Krisztian Adorján ook het beste op deze positie uit de voeten kunnen. Nick van der Velden staat in de spits, terwijl dit geen spits is. Texeira vindt het vreemd dat er zo met spelers omgegaan wordt: “Het getuigd in elk geval niet van een heldere en verstandige visie.”
David Texeira beseft zich maar al te goed dat zijn uitspraken overkomen als een trap na in de richting van FC Groningen en zijn supporters. Maar hij wilde al veel eerder zijn onvrede uiten, maar mocht dit, zoals in het begin van dit artikel al gezegd, niet doen van de afdeling communicatie omdat hij bankspeler was. De voormalig speler van FC Groningen besluit met een quote waar wij achter staan: “Op technisch vlak zou de club gewoon een andere weg in moeten slaan.”
Ook hebben we als redactie contact gezocht met Matias Jones. De speler van Danubio kan zich goed vinden in het verhaal van David Texeira. Een tijd terug gaf Jones al bepaalde zaken aan in het interview met Boerenmacht. Toch een zorgelijke ontwikkeling?