Column: Ruwe diamant
Het is rond de 30ste minuut van SC Heerenveen - FC Groningen, Alexander Sørloth verspeelt voor de zoveelste keer die wedstrijd op domme wijze de bal. Waar zijn teamgenoten zich omdraaien voor de tegenaanval, en het balverlies voor lief nemen, staat er één speler bij de eerstvolgende spelonderbreking tegenover de Noorse spits. Het is de 19-jarige Juninho Bacuna, die Sørloth duidelijk even vertelt dat er wel even iets meer peper in zijn spel mag komen. Je ziet de passie bij Bacuna, hij is die middag één van de weinigen waar aan af te zien is dat hij voor niets minder dan drie punten komt. Toen ik die preek tegen Sørloth zag wist ik het: wij hebben een leider in wording in huis, maar het enige wat ik mijn medesupporters hoor zeggen over hem heeft een negatieve lading.
Ik ga er zeker niet voor weglopen: Juninho heeft zeker vorig seizoen veel fouten gemaakt. Dom balverlies op posities waar dit ook meteen leidt tot een aanval van de tegenpartij, onbesuisd inkomen en slappe passes volgden elkaar op. Maar dat mag als (toen nog) 18-jarige, en toch verwacht het Groningse publiek dat hij alles maar goed doet. Het gezeik en gezanik op Bacuna moet een keer afgelopen zijn, die jongen verdient steun. Gelukkig was er licht aan het eind van de tunnel, in de thuiswedstrijd tegen Excelsior hoorde ik op een gegeven moment toch daadwerkelijk de naam 'Bacuna' van Noord rollen. Wat mij betreft voor herhaling vatbaar.
En toch is er een onderwerp dat ik moet aansnijden, omdat ik weet dat wanneer ik het nalaat ik het in de reacties krijg te horen; de rode kaarten. Hoewel ik het er mee eens ben dat Juninho vaak onbesuisd door het veld marcheert kan je dit ook neerleggen bij de ongedwongenheid van een jonge speler. Juninho heeft nog niet de routine om aan te voelen wanneer en waar een tackle of een actie wel of niet kan. Dit brengt echter wel het probleem met zich mee dat hij al op deze leeftijd bij de Nederlandse scheidsrechters bekend staat als iemand die regelmatig hard inkomt. Naar het schijnt was dat zelfs de reden dat hij in De Kuip de rode kaart ontving. En regelmatig wordt er gezeikt door het Groningse publiek dat het elftal niet met passie speelt, en dan doet een speler het een keer, want er is niet te ontkennen dat Juninho elke wedstrijd tot het uiterste gaat, is het wéér niet goed. Die "nooit goed"-cultuur is sowieso een goede beschrijving van hoe het Groningse publiek in elkaar steekt, maar dat geheel terzijde.
Wie niet inziet dat Juninho Bacuna het allergrootste talent is wat wij in deze povere spoeling hebben rondlopen moet behalve een bezoekje aan de opticien plegen ook maar een andere sport gaan bekijken. Het fysiek op deze leeftijd al, het inzicht, en de drive, Juninho heeft het. Het soms wat overmatige balverlies berust geheel op de onwennigheid van een jong talent, maar kennelijk krijg je van het Groningse publiek geen ruimte om dat soort fouten te maken. Al weken is Juninho in mijn ogen de beste speler van Groningse kant, maar die fouten uit het verleden blijven hem kennelijk achtervolgen. Als we zo trots zijn op Arjen Robben, waarom kunnen we dan niet ook een nieuw supertalent het voordeel van de twijfel geven? Tijden veranderen namelijk, Juninho heeft in mijn ogen een dusdanige ontwikkeling doorgemaakt dit seizoen dat hij op dit moment de speler is die na Padt de aanvoerdersband verdient. Wanneer deze jongen nog meer ervaring krijgt op het hoogste niveau, kunnen we nog wel eens heel veel plezier van hem gaan beleven. Hij heeft het talent en ik ben er ook heilig van overtuigd dat hij beter is dan zijn broer Leandro, en die schopte het tot de Premier League. Wanneer Juninho zijn koppie er bij houdt en de steun van de supporters krijgt hebben wij een geweldige speler in handen. Om er een cliché tegenaan te gooien: een ruwe diamant.